Like Toba
Vandaag verkassen we verder noordwaarts en komen terecht in de Batak cultuur bij Lake Toba. De veranderingen worden groter. We gaan van het islam meer naar het christendom en leren over culturen en invloeden. We komen daarbij interessante, grappige en hele lieve persoonlijkheden tegen.
16-3-2024
Vroeg uit de veren en een snel ontbijtje. Gister hebben we het mannetje van de Grab geappt om ons op te komen halen. We hebben ons ontbijt nog niet op of krijgen al een appje dat hij klaar staat. Hij is helemaal uit Bukittinggi hierheen komen rijden om ons voor 220K weer terug te rijden naar diezelfde plek. Dat is dus ongeveer 13 euro voor zeker 3 uur rijden. Dat kunnen we ons toch haast niet voorstellen in Nederland. We vinden het eigenlijk best wel aandoenlijk, maar voor hier is het waarschijnlijk een hartstikke goede deal.
Tegen de klok van 9 worden we door deze held afgezet bij de busstop. We zijn ruim op tijd, omdat Tess het zekere voor het onzekere wilden nemen. De bus vertrekt pas om 11 uur, maar goed beter te vroeg dan te laat. Dan maar in de schaduw afwachten en een beetje schrijven, lezen of een spelletje doen. Dan worden we door een zeer goed Engels sprekende Indonesische vrouw verzocht om bij haar op het bankje te komen zitten. Een heel leuk gesprek komt op gang. We begrijpen dat de vrouw, met de naam Mida, de zus is van de man die deze busstop runt. Daarnaast heeft ze nog een aantal broers en zussen die elk flinke bedrijven runnen. De ene in bouwmaterialen, de ander weer in stukken grond. Zelf runt ze een apotheek in Jakarta en heeft ze 20 personeelsleden onder haar hoede. Ze is nu bij haar ouderlijk huis (achter het busstation) vanwege een sterfgeval in de familie. Haar zus is overleden aan het Dengue-virus. Ze lijkt er over te vertellen alsof het al langer geleden is, maar dit is vorige week gebeurd. Het valt ons sowieso op dat mensen hier anders met de dood omgaan. Niet zozeer met het verdriet bezig zijn, maar het leven dat geleefd is te vieren. Daarnaast verteld ze dat zij eveneens haar man is verloren, maar aan een hartaanval. En ook dat is nog niet zo lang geleden. Mida blijkt een vervend reizigster en laat weten in welke landen ze allemaal al is geweest. Dat gaat van Scandinavië tot Japan en van Zwitserland naar Maleisië. Ze heeft meer landen gehad dan wij! Ze deed dit altijd met haar man, maar dat is nu helaas voorbij.
Na enige tijd laat de organisator weten dat de bus later is. Een uurtje of anderhalf maar… Mida vraagt of we honger hebben. Als we naar elkaar kijken en enige duidelijkheid geven dat we wel wat lusten is ze al opgesprongen en naar haar auto gelopen. Hoewel gesprongen niet echt want ze loopt met een stok vanwege haar versleten knie. Mida geeft aan dat ze te dik is en moet afvallen. De dokters hebben gezegd dat ze dan van haar pijn afkomt. Ik kan ze geen ongelijk geven. We zitten ondertussen ook bij Mida in haar auto als we worden vergezeld door nog een andere vrouw. Ze geeft aan dat dit haar persoonlijke assistent is en dat zij overal mee naar toe gaat. Het salaris wordt betaald door Mida’s enige dochter. De dochter vind eigenlijk dat ze voor haar moeder moet zorgen nu haar vader dat niet meer kan, maar ze heeft zelf ook een baan (accountant) en een gezin. Vandaar dit geschenk aan haar moeder. Als wij vragen of de assistent geen gezin heeft, geeft Mida aan dat ook haar man is overleden aan een hartaanval en dat haar kinderen opgroeien bij de opa en oma van de vrouw. Wij zouden denken dat die vrouw toch graag bij haar kinderen zou willen zijn, maar we begrijpen steeds meer dat het er voornamelijk om gaat dat je de kinderen kan onderhouden (school, eten, huis) en dat het noodzakelijk is om dit geld te verdienen. Ze probeert het goed te praten door te zeggen dat de assistent reizen ook leuk vind en dat al haar vriendinnen jaloers op haar zijn. Oké het is ook wel een lekker baantje een beetje rondreizen, in luxe hotels zitten en iets van de wereld zien terwijl je salaris krijgt en alles betaald wordt. We hopen dan maar dat ze haar kinderen wel ziet opgroeien op de momenten dat ze even niet op reis zijn, want dat lijkt me toch het belangrijkste…
We komen ondertussen aan in een soort Chinees restaurantje dat nog wel open is tijdens ramadan. Tijdens het eten (ook Mida eet wat vanwege haar suikerziekte) vertelt Mida weer verder. Over haar verleden, verschillende mannen en vriendjes en de beperkingen in haar geloof. Voornamelijk het zoeken naar een nieuwe man is lastig geeft ze aan. De man moet lief zijn en zorgzaam, iets dat blijkbaar niet gewoon is in deze cultuur. Volgens haar, en wij kunnen dat wel beamen, worden de vrouwen nog steeds best wel achter gesteld in deze omgeving. Ook moet de man niet op haar geld willen teren en moet hij van reizen houden. Daarnaast heeft haar inmiddels overleden man duidelijk gemaakt dat hij niet wilt dat ze weer opnieuw trouwt. Dat hebben we ook al vaker gehoord. Wel zonde want het is een hele leuke en lieve vrouw. Ze zegt dat ze het heeft opgegeven: ‘Nobody wants to be with a fat woman, with a walking stick’ zegt ze met een glimlach. Als grapje bedoelt, maar we bespeuren en kern van waarheid.
We worden door Mida weer bij het busstation afgezet. Ze geeft aan dat we haar moeten appen als we naar de Komodo eilanden gaan, want daar wilt ze ook nog wel eens naar toe. Deze vrouw en haar familie is echt ‘loaded’ voor Indonesische begrippen. We slaan haar nummer op en nemen afscheid. Al vrij snel komt de bus aanrijden en kunnen we instappen. Een veel relaxere bus met ruimte en voetensteuntjes zorgt voor een iets aangenamere rit. De chauffeur toetert nog steeds, er wordt nog steeds gerookt en de bus gaat na een paar uur toch ook nog even stuk (de V-Snaar moet vervangen), maar toch 1000x beter dan de tocht van eerder!
17-3-2024
Vroeg in de ochtend stop de bus in het stadje Parapat. Net wakker stap ik rustig uit, pak m’n backpack en kijk wat om me heen. Een leuke boulevard waar ik wel langs wilt lopen, gewoon even relax. In Tess haar hoofd gaat het anders. Ontbijt, wc, ferry regelen, hop gaan, geen getreuzel. Eerst geen taxi, dan wel. Nou goed, we komen in ieder geval ruim op tijd bij het haventje en worden welkom geheten door een vriendelijke man die iets weg heeft van Tito Makani (rocket power). Hij laat ons weten hoe we aan ferrytickets komen en informeert ons over eventuele busreizen die hij aanbied voor als we weer weg gaan. We hebben het met hem een beetje over de Corona-tijd en wat voor impact dat op deze business heeft gehad. Hij heeft het zwaar gehad en is blij dat het achter de rug is, maar de toeristen moeten wel komen anders wordt het alsnog een probleem. Ook zijn nummer slaan we op en houden hem even op de hoogte voor het geval we vervoer nodig hebben richting onze volgende bestemming. Misschien zijn we wat naïef, maar volgen gewoon ons gevoel. En deze beste man verdient ons gevoel wel!
We stappen op de ferry richting het Samosir-eiland. Het is een eiland ten midden van het Toba meer, het grootste krater meer ter wereld. Het is dus een eiland op een eiland. Op de ferry dient onze volgende persoonlijkheid zich aan. Een oudere man die veel weg heeft van een oude piraat loopt voor ons het trappetje op. Hij heeft nog net geen houten been, hoewel zijn rechterbeen vol zit met verband. Het verband is doordrenkt van.. tja van wat? Pus? Betadine? Bloed? De man geeft aan dat hij op het Samsoir-eiland woont na een jarenlange nomaden bestaan op verschillende plekken in Indonesië. Op zijn 47e heeft hij zoveel geld verdient en alles verkocht en heeft hij uitgerekend dat hij wel tot zijn dood hier kan verblijven. Hij verteld dat hij elke dag met de ferry heen en weer gaat vanwege een vleesetende bacterie in zijn been. Het kost hem 30.000 (1,80) voor een behandeling in het ziekenhuis. Hij praat sowieso graag over wat dingen allemaal kosten. Zo vraagt hij waar we verblijven en geeft hij aan dat dat wel goedkoper had gekund, hij verteld hoe hij ten opzichte van toeristen voor een prikkie bananen kan kopen en vraagt aan ons wat wij denken dat hij per maand kwijt is voor z’n huis, eten en z’n visum. Voor 300 euro per maand overleeft deze man het vanaf zijn 47e tot zijn dood. Als hij moet betalen voor de ferry en hij krijgt 5000 te weinig terug laat hij dat ook duidelijk merken. De man zit erg op zijn centen wat begrijpelijk is als je het zolang wilt uitzingen. Hoewel als ik naar zijn been en de rest van z’n lichaam kijk denk ik dat hij wel iets meer mag gaan uitgeven per maand en een beetje genieten van het leven.
De ferry zet ons af op de steiger bij onze accommodatie. We zijn flink te vroeg en kunnen nog niet inchecken. Gelukkig kunnen we wel even onze backpack achter laten en lopen we richting het centrum van het dorpje Tuk-tuk. Op de hoek vinden we een klein hip tentje met uitzocht over het meer. Zoals verwacht zien we dat er iets meer toeristen te vinden zijn. Dat blijkt ook uit de menu kaart voor onze neus. Overnight oats, pancakes, waffles, al het westerse staat er op. Wij nemen een heerlijke smoothiebowl, want local experience willen of niet dit gaat er na al die mie en nasi echt wel even in! Vanaf één uur kunnen we onze kamer in. Het valt een klein beetje tegen qua luxe, maar heeft wel een leuk uitzocht over het meer. We spenderen de rest van de middag even aan het fixen van wat problemen met mijn laptop en het plannen van de volgende dagen. In de avond zoeken we nog even een restaurantje op in het dorpje. Tot onze verbazing is het qua toeristen echt veel minder druk dan we hadden verwacht. Een handjevol lopen over de straat, maar dat is het dan ook wel. Geen idee waar ze zijn!
18-3-2024
Nou aangezien er maar weinig van te vinden zijn gaan wij vandaag maar even de toerist uithangen. We hebben een scooter gehuurd en rijden daarmee na het wegbrengen van onze was richting een ontbijt tentje die we gevonden hebben op Google. Wentelteefjes staan bij mij op het menu en ja, dat smaakt verrukkelijk! Het restaurant schrijft dat ze alles zelf bereiden en ook het brood zelf maken. Of dat waar is weet ik niet, maar ik vind het heerlijk.
Na het ontbijt gaan we een rondje rond het eiland rijden. We zijn van mening dat dat wel gaat in een middagje. Het blijkt een wat groter rondje te worden dan gedacht. Dit eiland is maar liefst 4x zo groot als Aruba, oepsie. Toch is het heerlijk vertoeven. Het scooter rijden voelt weer als vanouds en doet me terug denken naar de mooie routes op Bali. Heerlijk die vrijheid om even te gaan en te staan waar je wilt. Hoewel stil staan doen we niet echt, want we hebben een beetje haast om voor het donker weer terug te zijn. Daardoor zien we veel, maar doen we weinig. Een rugtas vol met cameraspullen komt niet te voorschijn en het gaat allemaal een beetje snel langs ons heen. Soms is het hebben van geen plan, bij ons, niet altijd het beste idee…
Om ons toeristen dagje compleet te maken bestel ik bij het avondeten een lekker kipburger met friet. In dit tentje zien we wel weer wat meer toeristen, maar ook deze zijn op één hand te tellen. Het is niet zo dat we onder de toeristen bedolven willen worden, het lijkt ons alleen wel leuk om ook nog wat andere mensen te ontmoeten die rondreizen. Het is leuk om de verhalen en ervaringen van anderen te horen en beleven. Ahg, het gaat vast nog wel komen!
19-3-2024
Ons plan was om vandaag terug te rijden naar de rijstvelden, maar het weer zit een beetje tegen. Eerst maar even een westers ontbijtje met havermout en waffels. Daarna rijden we op de scooter richting de Tomok markt om onze toeristen vibes voort te zetten. Mijn oog was al gevallen op een heel klein koffietentje vlak naast de markt waar ik dan ook niet anders kan dan een koffietje drinken. Het is eigenlijk een soort pop-up plekje, maar wel met een volledig assortiment aan koffie. Het is best warm en dus wordt het een Cold Brew voor mij. Deze wordt geserveerd met schijfjes citroen, iets waar ik nog nooit van heb gehoord. Het is heerlijk verfrissend, eens soort ice tea lemon, maar dan met koffie. Leuk om te onthouden voor thuis! Vanaf de pop-up store lopen we door naar de markt. Wat denk je… alles gesloten… een stuk of drie a vier van de winkeltjes zijn open en verkopen allemaal hetzelfde, maar het overgrote deel zit potdicht. Ze zijn hier duidelijk nog niet klaar voor ons of wij zijn geen echte toeristen.
Oké we hebben het wel gezien en we vinden het weer niet ideaal om weer de bergen in te rijden. We besluiten terug te keren en langs een stukje geschiedenis te rijden. Aangekomen bij de plek worden er twee stukken karton met daarop twee stenen op onze scooter gelegd. Om het zadel niet te laten opwarmen door de zon. Het vrouwtje van het winkeltje, dat pal tegen over onze scooter zit, komt haar tokootje uitgelopen en vraagt of we souvenirtjes willen kopen als we straks de scooter weer komen ophalen. Nou we kijken wel eventjes. Ze glimlacht vriendelijk, bedankt ons en wenst ons veel plezier. Thanks, wat een lief vrouwtje!
Bij binnenkomst moeten we entree betalen. Wat? Oké dit is dus echt toeristisch. Als ook nog gevraagd wordt of we een guide willen, nemen we het er maar van. Een klein grappig, goedlachs mannetje met een tand hier en daar minder loopt met ons mee en begint in het gebrekkig Nederlands een verhaal over zijn oma uit Nederland en zijn vader uit Japan. We stappen één van de Batak huizen binnen waarbij je voorzichtig moet zijn dat je je hoofd niet stoot. Met een klein trappetje sta je op de eerste verdieping. Een dwarsbalk zorgt er voor dat je moet buigen, een symbool voor respect voor de huiseigenaar. Op een hard houten bedje nemen we plaats en luisteren naar het verhaal van de gids. Er leefde zo’n vier families met elk 8 tot 10 kinderen in het huisje. Onder het huis was de plek voor het vee en op de twee vlieringen aan de kopse kant van de woning was de opslag voor voedsel en andere persoonlijke spullen. In het midden werd gekookt en hout gedroogd. Lekker zo’n huisje vol rook en 50 mensen! Dan begint de gids ook een heel verhaal over hoe de mensen daar kinderen moesten maken en lacht wat af. Hij vind het zelf heel grappig, ik vind het op een gegeven moment wel genoeg. Hij blijft maar over sex en borsten praten. Later zien we buiten het huisje wat houten versiersels op het rood-wit-zwart geverfde huis. Het rode staat voor de aarde, het witte voor de hemel en het zwart voor de hel. De 8 ronde versiersels boven de ingang moeten de borsten van de vrouwen voorstellen, elk een paar, wat betekend dat in dat huis 4 families wonen. Als hij ook nog eens een verhaal verteld over hoe de mensen met elkaar in het huwelijksbootje stapte snap ik zijn fascinatie over intimiteit. Blijkbaar moest de man aan zijn eigen moeder gaan vragen of hij met een bepaalde vrouw mocht trouwen. Als de moeder de borsten van de vrouw groot genoeg vond kreeg hij goed keuring. Te kleine borsten kunnen een kind niet voeden zegt hij met een grijns. Raar volk die Batak-lui.
Het wordt nog vreemder als we iets verder lopen. Een klein pleintje met verschillende stoelen uitgehakt in steen vormen een kring rond een stenen tafel. De heilige boom (hariara) erachter zorgt voor schaduw op het pleintje. De gids legt uit dat een stekje van die boom bepaald of een Batak-lid ergens kan gaan wonen. Als ze het stekje planten en het groeit dan is dat een goede plek om te blijven. Gaat het stekje verloren, dan trekken ze verder. Dit is dus blijkbaar een goede plek, want er staat een flinke boom. De stoelen rond de tafel zijn bedoeld voor verschillende koningen, rechters, advocaten en jury’s. Het is een rechtbank. De grote koning van de Toba-Batak stam beslist hier samen met de andere leden of een crimineel ter dood veroordeeld wordt of vrij uit gaat. De crimineel wordt alleen berecht bij verkrachting, moord, overspel en dat soort ernstige vergrijpen. Zeven dagen in de cel zorgt ervoor dat een veroordeelde crimineel bijgevoerd kan worden om een beetje aan te komen. Bij een unanieme beslissing van de jury is het lot beslist. De crimineel wordt een kopje kleiner gemaakt.
Op een ander pleintje met een andere kring aan stoelen zien we de ‘slachtbank’. De crimineel wordt eerst gemarteld door hem te slaan met een grote stok. Als de crimineel gaat huilen betekent dat dat hij zijn magie verliest. Daarna wordt zijn keel doorgesneden en vangen ze het bloed op. Vervolgens wordt z’n hoofd afgehakt op een bankje naast de stenen tafel. Hij wordt zonder hoofd terug gelegd, open gesneden en zijn ingewanden worden er uit gehaald. Die worden in kleine stukjes gesneden aan uitgedeeld aan de mensen in de kring. Jup, Batak-lui zijn kannibalen en geloven er in dat als je dit eet, je sterker wordt en meer magie gaat bezitten. Je was verplicht om mee te eten als je voor de dood van de crimineel had gestemd, anders wachtte je hetzelfde lot. Gelukkig is dit allemaal in 1861 afgeschaft vanwege de komst van Nederlanders en Duitsers. ‘I am not going to eat you’, grapt de gids die een afstammeling blijkt te zijn van één van de laatste Batak-koningen. We nemen afscheid van de gids en maken nog wat foto’s van de Batak-huizen. De vorm van het dak is een symbool voor de kano’s waarmee zij ooit vanuit landen als Maleisië en de Filipijnen op Sumatra terecht zijn gekomen. We vinden het een gave stijl en onthouden dat voor als we ooit ons eigen huis gaan bouwen ;).
De dag die al richting zijn einde loopt sluiten we af met weer een leuk koffietentje (en weer lekker V60 koffie) en wat avond eten bij het Romlan restaurant waar we eerder ontbeten hebben. Ondanks onze veranderde plannen was het leuk om iets over de cultuur en geschiedenis te leren. Morgen dan maar de rijstvelden bezoeken, nu eerst lekker slapen!
20-3-2024
Het is grijs, grauw en regenachtig als ik naar buiten kijk. Ons plan om vroeg naar de rijstvelden te rijden valt daarmee een beetje in duigen. Nou goed dan maar eerst een ontbijtje bij onze accommodatie. De eigenaar kijkt verbaasd op als wij twee mie goreng bestellen. Na die paar westerse dagen vinden we het wel weer even lekker om de lokale keuken te nuttigen. Als we ons bordje voorgeschoteld krijgen zijn we alles behalve teleurgesteld. Bedankt regen, ik weet niet wat je in het eten hebt gegooid, maar geen roet in ieder geval! In de hoek van de kamer zie ik een gitaar staan. Ik pak hem er even bij, want ondanks dat Tess zei dat ik niks voor haar mocht plannen moet ik toch even een liedje zingen! ‘Happy, birthday to you, happy birthday to you, want Tess die is jarig and i really love you!’. Gefeliciteerd lieverd!
Na dit overheerlijke begin van de dag rijden we in de miezerregen toch richting de bergen, we zien het wel. Een beetje koud, maar gelukkig, droog komen we terecht in de mooie omgeving van Samosir eiland. De rijstvelden houden zich schuil tussen de diepe valleien. We stoppen om eens aan de slag te gaan met het verbeteren van onze fotografie skills. Regelmatig wordt er weer getoeterd en gezwaaid. Jup ook wij zien niet extreem veel toeristen aan deze kant van het eiland. Plotseling zet een klein, vrolijk jongetje genaamd Charles zijn scooter aan de kant van de weg. Hij heeft een ander jongetje achterop en verteld dat hij hem net heeft opgehaald van school. Je ziet dat hij het spannend vind en toch stelt hij wat vragen aan ons, echt leuk!
Iets verder op rijden we weer langs een rijstveld, een mooie gelegenheid om de drone even in de lucht te sturen. Ik heb net een nieuwe versie dus het is nog wel echt even uitzoeken wat de beste manier van sturen is. Als we terug lopen naar de scooter komt Charles weer aan rijden met z’n vriendje. Hij is onder de indruk van de drone en vraagt of hij de beelden mag zien. Na het bekijken van het materiaal stelt hij zijn volgende vraag met een zacht stemmetje: ‘Do you also have Instagram?’. Haha nou vooruit, omdat je er zo schattig uitziet.
Op de terug weg stoppen we even om te schuilen (en te eten) bij een klein wegrestaurantje op de klif. Niet zo lekker als het ontbijt, maar het bord moe gaat er gewoon weer in. Ook laat de eigenaar zien dat hij zijn eigen koffie verbouwd en roostert op dit eiland. Geen koffietje voor mij deze keer, want ondanks dat ze de boel verbouwen en roosteren heb ik uit ervaring geen vertrouwen in hun zetmethodes. We vervolgen onze weg terug naar de accommodatie waar we even de tijd nemen om onze blogs weer bij te werken en wat foto’s uit te zoeken. Nadat de zon onder is gegaan krijgen we een heerlijke chicken rendang en een Mie op z’n Bataks voorgeschoteld. Ik denk dat we wel kunnen zeggen dat dit tot nu toe het lekkerste avondeten is dat we op hebben. Jammer dat we er een beetje te laat achter zijn gekomen anders hadden we gevraagd of we eens mee konden kijken in de keuken. Voor nu pakken we weer onze tassen in en maken ons klaar voor de laatste nacht op Samosir Island. We hebben het heerlijk gehad. We like Lake Toba!
Geweldig om jullie te zien genieten. Benieuwd naar de jungle avonturen ☺️😘
Geweldig ik geniet zo van jullie belevenissen. Ik weet niets van daar omdat ik twee was maar omdat mijn pa en ma er zoveel over vertelde zo leuk. Het toba meer batakkers die huizen geweldig nog heel veel plezier en lekker genieten lieverds 👍👍👍👍😘😘😘😘
chicken rendang? is dat dan met stukken kip of een beetje pulled? ik ga dit ook een keer maken..
Met stukken kip meestal!
Wat leuk om jullie avonturen weer te lezen met al die mooie gesprekken met onbekenden. Dat maakt het reizen ook zo mooi! En heerlijk die chicken rendang, die kun je ook heel lekker eten in Bukit Lawang!